Minister van Vleespropaganda

Dit stuk verscheen in De Standaard van 24 maart 2015

Wie houdt de pen van onze landbouwminister vast?

Minister van Landbouw Willy Borsus doet niet aan Dagen Zonder Vlees. Dat is zijn goed recht, maar in een tegenreactie oproepen om vlees te blijven eten omdat het goed is voor mens en planeet, dat ruikt naar propaganda van de vleesindustrie, zegt Tobias Leenaert.

‘Negen goede redenen om ook vlees te eten.’ Dat is de titel van een persbericht dat onze federale minister van Landbouw, Willy Borsus (MR), vorige vrijdag rondstuurde. Hij deed dat omdat 20 maart een internationale vleesloze dag is – en misschien ook omdat Dagen Zonder Vlees nog in alle hevigheid doorwoedt. Het persbericht is je reinste propaganda, een minister onwaardig. ‘Vlees is een lokaal product, veilig, goed voor de gezondheid en milieuvriendelijk’, zo luidt de conclusie. De tekst had geen groter pleidooi voor vlees kunnen zijn, als het door een veeboer was geschreven. Het is een feest van citaten van onder meer de FWA – de Fédération Wallonne des Agriculteurs. Een mens zou gaan vermoeden dat de minister nu een grote partij biefstukken in zijn diepvries heeft zitten.

Allemaal goed en wel dat de heer Borsus de belangen van een bepaalde economische sector behartigt. Maar zijn onwetendheid of intellectuele oneerlijkheid leidt ertoe dat de burger verkeerde informatie krijgt en wordt aangespoord tot consumptie die noch zijn gezondheid, noch die van de planeet dient. Schaamte, waar is uw blos?

Goed voor de planeet

Laten we even enkele highlights bekijken uit het hilarische persbericht. ‘De mens heeft vlees nodig’, zegt Borsus. Niemand, en zeker een minister niet, kan dit anno 2015 nog beweren. Wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van honderdduizenden vegetariërs in ons land hebben allang uitgewezen dat vlees niet alleen onnodig is, maar dat vegetariërs doorgaans gezonder eten dan de omnivore bevolking.

Borsus interpreteert het advies van de Hoge Gezondheidsraad, die afraadt om meer dan 300 gram rood vlees per week te eten, op zijn eigen manier: hij reduceert rood vlees tot rundvlees. De Belgische consumptie van rood vlees – wat ook varkens- en schapenvlees inhoudt – bedraagt gemiddeld 640 gram per week, terwijl Borsus beweert dat we niet boven die 300 gram komen.

Het is wellicht met eenzelfde soort creativiteit dat Borsus durft te beweren dat de vleesconsumptie de laatste dertig jaar met de helft is gedaald. God en de FWA alleen weten waar hij dat cijfer vandaan haalt. In elk geval, zonder gêne stelt de minister voor om het huidige niveau van vleesconsumptie te bewaren. We kunnen ons slechts verbazen over zoveel moedwillige misleiding.

‘Vlees is goed voor de planeet’, schrijft Borsus. En vervolgens geeft hij wat cijfers die alleen gaan over rundveeteelt in Wallonië – terwijl rundvlees slechts een klein deel is van de vleesconsumptie van de Belg. We lezen dat vleesproductie nodig is om de planeet te voeden – en dat terwijl we momenteel bijna de helft van het graan en het allergrootste deel van de sojaproductie aan dieren voederen en het zo op een doorgaans inefficiënte manier omzetten in vlees.

Nationale trots

Ook het Belgisch witblauw, de befaamde dikbil, passeert nog eens de revue. Borsus noemt het een ‘nationale trots’. Arm België, arme sector, als je nationale trots een dier is dat zo ver is doorgefokt voor het vlees dat het grote aangeboren gezondheidsproblemen vertoont. Zo kunnen de dikbillen niet op een natuurlijke manier baren en is een keizersnede bijna altijd noodzakelijk. Buiten onze grenzen geniet deze ‘nationale trots’ overigens niet veel aanzien. In de Scandinavische landen, Nederland en Zwitserland is het fokken met het ras verboden, wegens onethisch.

Onze veeteelt helpt ons zelfvoorzienend te zijn, zegt Borsus nog. Hij heeft wellicht nog niet gedacht aan hoeveel ingevoerde soja en graan onze dieren eten. Als we met onze veestapel werkelijk zelfvoorzienend zouden willen zijn, dan hebben we veel meer landbouwgrond nodig.

Ook al zijn er verschillen tussen de Vlaamse en de Waalse situatie, ik zie de Vlaamse minister van Landbouw – die gelukkig meer bevoegdheid heeft dan de federale – dergelijke propaganda niet zo gauw spuien. Een en ander toont nog maar eens dat er allesbehalve sprake is van een coherent overheidsbeleid op het gebied van vleesconsumptie en de diverse aspecten (gezondheid, milieu, dierenwelzijn) die daaraan vasthangen.

Gelukkig zijn er intussen wel initiatieven zoals Dagen Zonder Vlees of Donderdag Veggiedag, die met hun wervende aanpak hun effect op ons consumptiegedrag niet missen. Misschien ziet op die manier zelfs onze minister van Vleespropaganda uiteindelijk wel het licht.

Reacties

Populaire posts